04 Februari 2005

De dochter van de drogist

Toen mijn zusje vijftien jaar oud was, is zij het huis uit gegaan. Ze kwam te wonen in een kraakpand in Utrecht, ACU, op de Voorstraat. Later werd dat een filmhuis, filmhuis ACU. In dat filmhuis draaiden ze toen films als Una Giornata Particolare, van Ettore Scola, en Der Amerikanische Freund, van Wim Wenders. Daarna hebben we (ik ben trouwens twee jaar jonger dan zij, maar zij heeft al twee kinderen, Jóia en Gian) samen meegedaan met de kraak van het NV-huis, op de Oudegracht, maar daar weet ze niets meer van, als ik haar ernaar vraag. Phoney and the Hardcore hebben daar toen opgetreden.
In al die kraakpanden van toen rook het altijd hetzelfde. Kalk, pasgewassen kleren, ongewassen kleren, hout en opgewarmd eten. En nog iets, waar ik nooit achter ben gekomen. Voor mijzelf hoort daar de geur van mijn Kreidler bij, want ik kwam altijd met de Kreidler naar Utrecht, 50cc, maar wel 125 km/u, als het moest. Op een keer kreeg ik ruzie met iemand, op een feestje in de Biltstraat (café De Baas).
Dus ik zeg laatst tegen mijn moeder, ik zeg, ma, weet je nog dat we samen met de brommer Utrecht in reden, ik was toen vier of zo, en naar tante Henny gingen? Nou, dat wist ze niet meer. Ik ben omringd door mensen die zich niets herinneren, vreselijk is dat. Ik wil me niet voorstellen dat ik me omringd weet door mensen die zich later niets herinneren. De hemel is: je omringd weten door mensen die zich alles herinneren. Zoveel dat je niets meer hoeft te zeggen. Dat ze je vertellen: ga jij maar schrijven. Jij mag het opschrijven.

De bardame van vanavond, Kim, rook net zo als de invaloppas uit 1968, Henriëtte Kanaar, de dochter van de drogist.


Ik heb haat ooit gekend, waar verblijft ze nu
Tx
Rop - 20 Februari 2006