31 Augustus 2005

On a Friday

Ik woonde in een buurt waar katten Kafka heten. Er ligt een periode van achttien jaar voorspoed voor me. Dan ben ik zestig en mag ik uitrusten. Zal ik dan willen uitrusten? Waarom reken ik? Omdat de tijd die ik heb, afgemeten is. Binnen oneindigheid hoeft niet te worden gerekend. Maar als men binnen oneindigheid kan zijn, kan men er ook buiten zijn. Ligt buiten de oneindigheid de eindigheid? Dan moet ik naar binnen, zodat ik niet meer zal hoeven te rekenen.

Men doet een belofte men maakt een afspraak
men lost beloften in komt afspraken na
men doet wat verwacht wordt
men komt er verder mee
men heeft succes
men maakt vrienden op wie men kan vertrouwen
men kan op u vertrouwen
men betaalt zijn rekeningen op tijd
men betaalt belastingen
men pleegt alleen in het uiterste geval overspel
men gaat slapen en denkt ik ben betrouwbaar
men ontleent zelfvertrouwen aan betrouwbaarheid
men diept gebaande paden uit
men treedt niet buiten zichzelf
men verrast niemand
men bezweert wat komen gaat
men graait ongevraagd een voorschot uit de pot
men doet maar.