03 September 2006

Arabieren, meisjes

We draven door de bossen heen, in Salland. Endurance heet dat. Iedereen is blij: paard blij, ruiter blij, grooms blij. (Woorden die je niet kent, moet je opzoeken. Net als vertalers.) We rijden aan het eind van de dag terug naar de bewoonde wereld.
Zaterdagavond. Komen we op een plek waar 300 paarden staan. Ik aai ze allemaal. En ik loop verder en kom bij een zogenaamde bak.
Het is donker. Ik zie een arabier, en een meisje. Het paard werpt zijn hoofd in zijn nek en loopt, draaft en galoppeert zoals het nog nooit heeft gegaloppeerd. Ik heb nog nooit een paard zo mooi zien lopen. 'Hij durft niet door het water!' roept ze. Midden in de bak ligt, vanwege de regen, een enorme plas water.
Ik heb nog nooit een meisje zo mooi zien lopen, maar dat mag ik niet zeggen. (Het is altijd wat en altijd spijt.) En ze hitst hem op. Ik kijk naar haar gezichtje en ben zwaar onder de indruk, ik kan het ook niet helpen. Ze schijnt in gtst te spelen, maar ze is 1m 52, en wat een billen, ook nog. Iek verkocht. Kijk, hier is ze. Jullie kenden haar al, ik niet. Wat een parfum. Twee minuten in stilte verliefd. Kan gebeuren. Ze zei nog iets tegen me, over de naam van haar paard. 'Dag!' riep ze ten slotte. 'Kom maar terug als je het leuk vindt hier.'

Morgen is het weer over.