25 November 2005

Oktober, ik drink je

Zo,

We gaan meteen verder, niet van dat langzame, niet van dat benauwde. We zijn vrolijk, wij verheugen ons op de maanden die voor ons liggen en die ons voorspoed, vreugde, melancholie en zelfverkozen eenzaamheid zullen brengen. Onze ogen zijn dik, niet van het gebrek maar van het teveel aan slaap, wij zien gebeurtenissen aan ons geestesoog voorbijtrekken, werkelijke en gedroomde, want wij dromen overdag en 's nachts is het licht in ons hoofd en wandelen wij door ons houten huis, wij willen onze vreugde aan de wereld doorgeven, de wereld: dat zijn de Amsterdamse straten in de nacht, dat zijn de cafébezoekers en de hoerenlopers, de verschoppelingen, dat is een Brabantse, dronken politiearts die het niet kan laten druggebruikers en straathoeren een hart onder de riem te steken en hun geld te geven om de nacht door te komen, en die Breek en mij op een toespraak van heb-ik-jou-daar vergast op donderdagnacht: over de liefde, over de zuiverheid, toen wij even daarvoor getuige waren geweest van een gezamenlijke actie van de hoofdstedelijke politie en brandweer, waarbij men een Toyota uit de gracht getakeld had die leeg bleek te zijn, dat wil zeggen: er zaten geen personen meer in, hoewel dat best gekund had, sterker nog: ik zei tegen de rechercheur die naast mij stond dat hij de wallen van de gracht maar eens na moest kijken op watersporen, van iemand die uit de auto weggekomen was en het hazepad gekozen had (waarna hij snel een aantal van zijn mannen opdracht gaf de wallen te onderzoeken); dat is Li, de dj uit Odeon, die door zijn lief in de steek is gelaten en nu zijn energie besteedt aan het beeldhouwen van een vrouwenrug, van vrouwenbillen eigenlijk (Li die mij aankijkt met zijn onschuldige, bijna kinderlijke ogen, en dan een filosofisch verslag uitbrengt van de zuiverheid zoals hij die ervaart, van zijn wens alleen nog zuivere mensen om zich heen te hebben: 'Ik heb dan wel een schietpen in mijn zak' - hij laat mij de pen en de daarin gevatte kogel zien - 'maar dat betekent niet dat ik mij onveilig voel.').
Het werk krijg ik voor maandag niet meer af, maar ach, dan niet, dan wordt het woensdag, of vrijdag, het gaat om de kwaliteit, niet om de snelheid. En ik word niet nerveus, integendeel, ik ben de rust zelve, ik stel anderen gerust. Ik beheers zelfs de telefoon. Want wie mij liefheeft, en wie ik liefheb, komt hier.

Oktober, ik drink je, ik beslaap je, ik bewerk je.

(Binnenkort meer. Meer over mijn eigen kinderen, de kinderen van Merel Roze, het boek van Vandenb, Sinterklaas, fotograferen zonder flits, Franse vrouwen, boomhutten bouwen in een bos met alleen naaldbomen, de slaapkamer van Arnon Grunberg, en natuurlijk over dromen.)