02 Maart 2006

Hokus Podus Achilleus — een avond met George (2)

Himba ruiken lekker, daar begint het. Alleen al voor mijn vader — die rook ook altijd lekker — en de Himba ben ik bereid een BMW-718i aan te schaffen om terug te kijken. Maar ik moet aan mijn boek denken (Polaroid van een pasgeboren baby). Walter denkt aan zijn boek (West), Merel denkt aan haar boek (Loggen en leugens), en ook Heleen van Royen denkt aan haar boek (100.000 ex. verkocht in één week).

Mijn boek wordt geen 128 pagina's dik, ook geen 256, maar ongeveer 512. De beroemdste zin van een schrijver aan zijn uitgever dateert van [peu avant] 14 april 1932 en luidt: 'Je vous remets mon manuscrit du Voyage au bout de la nuit ( 5 ans de boulot)' (Louis-Ferdinand Céline: Lettres à la NRF 1931-1961, éditions Gallimard 1991).

Mijn huidige en wettige echtgenote heeft vanavond tweeëneenhalf uur in de file gestaan voordat ze thuis was. Ik besefte dat en belde haar op en zei: wil je een ribeye. Toen ze thuiskwam, had ik de kaarsjes al aangestoken en de aardappeltjes voor bij de ribeye stonden op. Ik heb ook een fles rode wijn voor haar gekocht en een glas voor haar ingeschonken. Ik heb alle kranten weggebracht en de keuken opgeruimd, en de afwas gedaan. Ik heb allemaal lieve dingen tegen haar gezegd, en niet alleen omdat het vandaag Complimentendag was. Ik zeg elke dag lieve dingen tegen haar.

In mijn referrers vond ik een vraag van een Belgisch meisje: 'Wat zijn de typische dingen aan een jongen dat je kan zien of hij van je houdt.' Liefje, uw vraag snijdt hout. Laat het maar niet van die jongen afhangen, zou ik zeggen.


Al goed en wel, maar die Himbavrouwen hebben enorme hangtieten.
Vincent Nemo - 03 Maart 2006