23 Maart 2005

The Dream Manager™

Toen mijn moeder (*1928) drie jaar oud was, werd ze getroffen door polio, waarvoor destijds nog geen vaccin was ontwikkeld. Sindsdien loopt ze moeilijk, het is meer dan moeilijke voeten. Mijn vader is er niet meer.
In het onlangs door de droombeheerder doorgestraalde beeld zag ik mijn vader en moeder zitten, beiden rond de twintig, aan een cafétafeltje in een joodse wijk van een onbekende stad. Mijn moeder, vaag glimlachend, had een tennisracket in haar handen met op de bespanning een reclame gedrukt, ik zie niet meer welke. Ik stond voor hen, bij het tafeltje, als een ober. 'Zal ik jullie eens vertellen wat je de komende jaren gaat overkomen?' zei ik trots. 'In mijn wereld is het al 2005.'
Ze bleef glimlachen en zei niets, ik geloof dat hij me ook aankeek. 'Je bent een eenarmige biljarter,' zie ik tegen hem zonder hem te zien. Ik voelde hem verbaasd kijken, maar dat zag ik niet, want daarvoor was hij te dichtbij. Hij stond op en liep weg, en ik ging achter hem aan. Mijn moeder kon immers niet mee, in dat tempo waarin wij liepen!

We zijn de bergen in gegaan. Hij wilde iets begraven, potjes waren het met inhoud, en ik heb hem geholpen. 'Daar hoort het te liggen, en het is beslissend dat je me helpt,' zei hij, maar nog steeds zag ik hem niet. Er stonden allemaal joden om ons heen in gevechtstenue, ze controleerden of het wel klopte wat we deden.